Sjoerd van der Linde (Studio Louter)
Een archeoloog als Sjoerd van der Linde kom je niet vaak tegen. Nadat hij zijn sporen verdiende in de wetenschappelijke wereld - hij promoveerde en doceerde aan Universiteit Leiden, begon het te kriebelen. Hij wilde zelf iets kunnen bijdragen aan het presenteren van erfgoed en dat combineren met creatief ondernemerschap. Nu werkt Sjoerd sinds drie jaar als consultant bij creatief bureau Studio Louter, dat ‘onvergetelijke bezoekerservaringen’ maakt op het gebied van erfgoed in binnen- en buitenland.
DOOR DONNA DIEPERINK
Van der Linde: Ik was al vroeg geïnteresseerd in het betrekken van publiek bij de wetenschap. Tijdens mijn studie liep ik stage bij Museum Volkenkunde en aan de University College London deed ik onderzoek naar het presenteren van werelderfgoed, o.a. in Turkmenistan. Later promoveerde ik op de manier waarop archeologische projecten invloed hebben op de lokale bevolking. Ik heb in mijn onderzoek altijd actief gezocht naar manieren om aan publieksbereik te doen. Hoe kun je archeologie ontsluiten op zo’n manier dat zowel de wetenschap als de samenleving er iets aan heeft? Hoe maak je die vertaalslag? Dat boeit me mateloos.
Uiteindelijk heb je gekozen om je carrière buiten de wetenschappelijke wereld voort te zetten?
Ja, ik stond altijd al met één been buiten de wetenschappelijke wereld (red. Van der Linde maakte films, tentoonstellingen, websites en schreef mee aan een kinderboek over archeologie). Ik heb echt een passie voor verhalen uit het verleden en het vertellen van die verhalen, en ik merkte dat ik binnen het wetenschappelijke onderzoek niet altijd de ruimte had om die passie over te brengen aan een breed publiek. Dat kan wel nu ik werk bij Studio Louter. We maken tentoonstellingen, ruimtelijke ontwerpen, interactives, films en games, voornamelijk binnen de museum- en erfgoedwereld. Van het bedenken van het concept tot de realisatie ervan, zoals onlangs een tentoonstelling over archeologie voor families met kinderen in het splinternieuwe National Museum of Qatar. Het leuke aan Studio Louter is dat hier zowel ontwerpers werken, als historici. Zo koppelen we creativiteit en onderzoek. Dat maakt ons wel uniek, denk ik.
Is er behoefte aan die creativiteit in de publieksarcheologie?
Ja. Archeologie is in staat om zinnige verhalen over onszelf te vertellen, over hoe het anders kan, over identiteit, over hoe we de wereld om ons heen beter kunnen begrijpen. Daar is veel behoefte aan. Maar om met archeologie dat effect te hebben, heb je een creatieve aanpak nodig. Daarom ben ik een groot voorstander van samenwerken met creatievelingen, die gespecialiseerd zijn in het vertellen en overbrengen van een verhaal zodat je echt geraakt kan worden. Die kun je het beste al in zo’n vroeg mogelijk stadium erbij betrekken. Nu wordt bij een archeologisch project vaak pas in de eindfase bedacht dat er ook nog iets met publiek gedaan kan worden. Dan is het archeologisch onderzoek vaak al afgerond en is het budget grotendeels op. Als je al veel eerder met elkaar om de tafel gaat zitten en daar ontwerpers bij betrekt, kun je samen nadenken over de vraag: Wie en wat willen we ermee bereiken? Waarom doen we dit? Wat is onze boodschap, wat gaan mensen ervaren? Zo worden opdrachtgevers zich al veel eerder bewust van wat je allemaal met archeologie kunt.
Hoe bedenk je dan iets waarmee je mensen kunt raken?
Bij Studio Louter werken we met onze eigen methode, ‘Emotion Design’, dat gaat in drie stappen. De eerste stap is het feitelijke verhaal, de basis. In het geval van een archeologisch project zijn dat de onderzoeksresultaten. De volgende stap is de boodschap, het ‘verhaal achter het verhaal’. Hierbij ga je nadenken over vragen als: Wat willen we bereiken? Wat willen we ermee zeggen? Waarom is dit relevant voor onze doelgroep? Tot slot bepaal je welke emoties je gaat opwekken om die boodschap over te brengen. Je kiest dan bijvoorbeeld heel duidelijk voor een genre, zoals bij het maken van een film of het schrijven van een boek ook gebeurt. Als je bijvoorbeeld een tentoonstelling maakt over de Tweede Wereldoorlog, kan je een verhaal vertellen als een avonturenroman, als drama, of als documentaire, wellicht zelfs als romantische komedie, wie weet. Je kan dan inspelen op hoop, op walging, op angst, of wellicht op liefde, zonder dat je daarmee de feitelijke basis en boodschap van je verhaal verliest. Uit onderzoek is gebleken dat mensen vaak details vergeten over wat ze hebben gehoord, gelezen of gezien, maar ze onthouden altijd wat de ervaring met ze deed, wat ze voelen.
Dit principe hebben we ook toegepast toen we de opdracht kregen om de archeologische vondsten in de kelder van de Bastei in Nijmegen aantrekkelijk voor het publiek te maken. De archeologie was fascinerend, maar ontzettend ingewikkeld, met allerlei stukken (hergebruikte) muur uit verschillende tijden. Echt een puzzel. Bezoekers gaan dit niet begrijpen, en zeker niet onthouden. Dus gingen we voor de hoofdboodschap erachter: al eeuwenlang wordt hier voortgebouwd op het verleden, en jij bent daar onderdeel van. Het concept was dat bezoekers hun hand op een stuk muur konden leggen, daarop kwam dan een animatie tot leven die toonde hoe mensen vroeger ook voortbouwden op het verleden. Zo voelen ze dat ze onderdeel uitmaken van die geschiedenis.
Foto’s: © Mike Bink
Waarom mist dat ‘emotionele’ aspect vaak in de archeologie, denk je?
Archeologen maken aan de hand van objecten, data en feiten een nauwkeurig wereldbeeld van hoe mensen leefden. Dat is de manier waarop we getraind zijn, en waarop je een onderzoek tot stand brengt. Maar het leert ons ook bijna af om na te denken over wat die harde gegevens nou voor verhaal vertellen, waarom het van belang is, omdat dit vaak niet wetenschappelijk te onderbouwen is. Die vertaalslag vindt binnen de academische en archeologische wereld meestal pas plaats aan het einde van het proces, als de interpretatie al gedaan is. Dan zit je als archeoloog al zo ver in je onderzoek, dat het heel moeilijk is om een stap terug te doen en te zien wat het belang van je onderzoek is voor het brede publiek.
Gemeente Dalfsen is een ander project dat jullie aan de hand van de Emotion Design-methode hebben gedaan.
Klopt. Hier waren prachtige vondsten van de hunebedbouwers gedaan op een plek waar een nieuwe woonwijk voor families zou komen. De gemeente hadden al een open publieksopgraving en andere activiteiten georganiseerd, maar ze wilden ook een plan waardoor de archeologie echt in de woonwijk zelf geïntegreerd kon worden. Daarom hebben we samen met de Gemeente, en met de archeologen van ADC, nagedacht wat die toekomstige bewoners hebben aan het feit dat hier mensen van de Trechterbekercultuur woonden. Dat op zichzelf zal ze namelijk niet zoveel zeggen. Maar we konden wel iets met het idee dat op die plek, langs een oude weg, al 5000 jaar lang families hebben gewoond, want dat wisten we uit het archeologische onderzoek. Dus gingen we in de onderzoeksresultaten op zoek naar het persoonlijke verhaal van deze families over verbinding, liefde, doodgaan, over buren, over huisdieren of vee en andere persoonlijke dingen. Het concept werd dat we langs de Oude Middenweg verschillende ontmoetingsplekken maakten, waarin bewoners van nu zowel mensen van vroeger, als mensen van nu konden ontmoeten. Zo ontwierpen we, samen met Stedenbouwkundig bureau MUST, bijvoorbeeld een buurt barbecueplek, precies op de plek waar men vroeger ook rondom vuur heeft gezeten. We wilden dat mensen zich zouden gaan beseffen dat zij aansluiten op de families die hier al duizenden jaren geleden kwamen wonen en een gevoel kregen van herkenning en verbinding. Dat ze zouden denken: ‘Oh, die mensen van toen waren eigenlijk niet heel anders, ze leefden samen, kwamen hier wonen, net zoals wij’.
Hoe zie jij de toekomst van de publieksarcheologie?
Ik hoop dat archeologen tot de realisatie komen dat de volgende stap nu gezet mag worden; een stap van professionalisering, waarin eerder en nauwer wordt samengewerkt met ontwerpers, verhalenvertellers, kunstenaars. Volgens mij is die realisatie er steeds meer. Ik merk dat er iets broeit in de Nederlandse archeologie, meer dan een paar jaar geleden. Op alle lagen is de motivatie aanwezig, bij de overheid, archeologen en het publiek. Er is alleen nog behoefte aan goede voorbeeldprojecten. Gelukkig beginnen ontwerpbureaus zelf de archeologie ook steeds meer te ontdekken als bron van verhalen. Er zijn zo veel kansen. Het is een spannende tijd in de publieksarcheologie!
Facts
- Studeerde archeologie aan Universiteit Leiden
- Promoveerde in 2012 cum laude aan Universiteit Leiden
- Werkt momenteel als consultant voor creatief bureau Studio Louter
Sjoerd van der Linde:
Ik hoop dat archeologen tot de realisatie komen dat de volgende stap nu gezet mag worden; een stap van professionalisering, waarin wordt samengewerkt met ontwerpers, verhalenvertellers, kunstenaars.
Studio Louter
Archeoweetje!
Wist je dat de vondst van het grafveld en een boerderij in Dalfsen, uit de tijd van de hunebedbouwers, uniek is in de wereld? Het is voor het eerst dat er restanten zijn gevonden van een nederzetting uit deze periode. Foto: de beroemde hunebedden in Drenthe.